Ik ben Boeddhist, geen rascist,
maar misschien de Christ,
die in zijn jeugd al wist,
dat de optimist,
ja in zich, beter is,
dan vermist in de mist
te worden gedist.
Geloven in die waarheid,
kan ik nog niet geloven.
Ik geloof in mezelf,
in plaats van daar boven.
Jezus en Maria van Magdalena,
verstrikt in gevoelens,
en verstopt door Da Vinci
in geheime codes;
Ja, die sluipen naar boven,
als ik kijk naar emotie,
devotie en de liefde in hun ogen.
Hun onmogelijke liefde,
die ik zal en blijf promoten.
En met mijn eerste echte liefde,
met de schuilnaam van Maria,
is hetzelfde overkomen.
Samen verbonden
door een kruisende lijn,
met het diepste verlangen
om bij elkaar te zijn.
Maar mijn geest blijft maar dwalen,
door de angst voor rivalen,
en die twijfels in mijn geest,
die heb ik nog het meest,
wanneer mijn paranoia
jouw berichten leest.
Refrein:
Oh, Oh!
Ik geloof deze liefde pas echt
als mijn geloof zegt,
dat het geloof,
waar ik geloof ik,
niet in geloof,
mijn geloof werkelijk is.
Geloofwaardig toch?
Geloofwaardig toch?
Mijn geloof,
mijn onmogelijke liefde,
wat ik heb met de kerk,
is mijn opa’s kosterwerk.
En dat houdt mijn sterk.
En ook al ben ik
niet gelovig opgevoegd.
Iets zegt mij dat het moet.
Okee, verwarring van Maria,
die dat bracht aan de kerk.
Het streven van Jezus,
die streed voor Godswerk.
Twee vrouwen:
Maureen en Maria,
De codes en de namen,
zijn steeds weer hetzelfde.
Ze razen door m’n hoofd.
in al mijn gedachten.
Die verschillende machten
hebben mij in hun macht.
en hebben mij betast!
Onmogelijke liefde, goddelijke liefde.
Nog steeds geen uitweg gevonden;
Ik blijf met de code
van Da Vinci’s verbonden.
Probeer op het pad
der verlichting te lopen.
De codes van geloof
en de liefde om mij heen,
dat lijken wel demonen,
door de mensen onstoken.
Het Oosten; dat is de richting.
Ik volg nu mijn pad,
naar het pad der Verlichting.
Refrein:
Ik zie da Vinci’s code,
als een bode
van de Heer hier boven.
hier beneden wordt hij
af en aan besteld.
Er wordt veel over gereld.
Maar yo Vaticaan;
Het wordt eens tijd
dat de waarheid wordt verteld.
Waarom hier? Waarom daar?
Misschien het boeddhisme,
of ik vergis me
als ik dit verklaar,
als ik opgeheven
naar de hemel staar.
Refrein: